BTV geeft DCMR suggesties voor verbetering
Hieronder de integrale tekst van de brief die de BTV-RotterdamAirport zond aan de DCMR om de klachtenregistraties rond Rotterdam The Hague Aiport te verbeteren.
Enkele suggesties van de BTV voor aanpassing van het DCMR klachtenregistratiesysteem RTHA.
(26 november 2014)
De DCMR registreert meldingen (klachten) van burgers over vliegverkeer van en naar Rotterdam the Hague Airport. De BTV waardeert deze registratie, neemt steeds met grote interesse kennis van de kwartaal- en jaarrapportages, en hoopt dat de CRO de DCMR in staat blijft stellen deze activiteit voort te zetten.
In de gehanteerde systematiek vallen ons echter enkele zaken op.
In het betreffende on-line formulier wordt de klager een aantal opties geboden. Bijv. de keuze voor vele (sub) categorieën vliegtuigen, zoals militair vliegverkeer. Het komt ons voor dat degene die meldt vaak niet zal weten wat voor soort vliegtuig het betreft. In dat geval is de geboden keuzemogelijkheid eerder een overbodige horde dan een die reële informatie oplevert. Deelt de DCMR deze mening? En zo ja, vindt de DCMR ook dat deze keuzemogelijkheid beter kan vervallen?
Verder wordt aan degene die meldt, keuzes geboden, waarbij o.a. gekozen kan worden tussen ‘gesprek moest worden onderbroken’ en ‘TV kon niet worden verstaan’. In de eerste plaats komt dit onderscheid ons niet erg relevant voor. Bovendien kan een klager talloze andere activiteiten dan met iemand anders praten of TV kijken, aan het doen zijn, en toch hinder hebben ondervonden van geluidsoverlast door een vliegtuig. Beide geboden keuzemogelijkheden komen voorts over alsof het om ‘klein’, erg tijdelijk en overkomelijke overlast gaat. Wij zouden ons goed kunnen voorstellen dat i.p.v. beide categorieën, volstaan zou worden met ‘hinderlijk veel herrie’.
In de geboden keuzemogelijkheden komt voorts voor de optie ‘verkort in- en uitdraaien’. Wij betwijfelen of dat wel een voor de gemiddelde burger begrijpelijke uitdrukking is. Verder is de combinatie militair verkeer en slaapverstoring blijkbaar niet mogelijk. Bij slaapverstoring zal de klager overigens überhaupt niet weten om wat voor soort toestel het gaat. Wij vinden het dan ook overbodig om hem in dat geval standaard allerlei keuzeopties te bieden. Ook komt een optie straaljagers voor. Voor zover wij weten vliegen die niet op RTHA.
Al met al zijn wij van mening dat de geboden keuzemogelijkheden sterk kunnen worden ingekort en verbeterd.
Vanwege de vigerende overeenkomst tussen DCMR en LVLN is het de DCMR blijkbaar niet toegestaan om richting de melder de naam van de betrokken luchtvaartmaatschappij te melden. Wij zien dit als een niet optimale situatie. De veroorzaker van de melding blijft zo immers anoniem, waardoor de veroorzaker geen impulsen krijgt om naar verbetering te streven. Wij begrepen dat deze overeenkomst aan herziening toe is. Wij willen daarbij aandringen op wijziging van dit regiem. Daarbij komt dat andere informatiebronnen (bijv. die van RTHA zelf) al wel informatie bevatten welke vliegtuigmaatschappij op welk tijdstip is geland of opgestegen. En ook in de DCMR rapportages zelf (zie bijv. blz. 28, 29 en 32 van de DCMR jaarrapportage RTHA 2013) worden concrete bestemmingen of de herkomst van de vluchten genoemd waarover meldingen zijn gedaan. De stap naar het tevens vermelden van de betreffende luchtvaartmaatschappij is mede daarom eigenlijk een kleine stap.
Ons laatste punt betreft de nu voor de melder praktisch afwezige relatie tussen DCMR en de handhavende instantie ILT. Wij zijn ons terdege bewust van de verschillen in de taken van DCMR en ILT. Echter, als burgers bij de DCMR een melding doen, zullen zij toch ook benieuwd zijn naar het antwoord op de vraag of er wel of niet sprake was van het overtreden van de wettelijke regels. Het is ons bekend dat zulks niet aan de DCMR is, maar aan de ILT om aan te geven. De burger zal zijn melding idealiter zien als melding aan ‘de’ overheid. En zou dus zowel de informatie willen terugkrijgen die de DCMR hem thans geeft, maar eigenlijk tegelijkertijd een oordeel van de ILT of er sprake is van een al dan niet wettelijk toegestane situatie. Wij willen vragen welke mogelijkheden de DCMR ziet om de burger hierin (meer)tegemoet te komen. Hoe kan vanuit het perspectief van de burger de link tussen DCMR en ILT (die, vergelijkbaar als bij de DCMR, burgers de mogelijkheid biedt om via hun site meldingen specifiek over luchtvaart te doen) worden versterkt en vergemakkelijkt?
De BTV heeft recent een gesprek gehad met de ILT. Eén van de besproken zaken betrof de doorverwijzing door DCMR aan de ILT van meldingen, waarvan de DCMR vermoedt dat die betrekking zouden kunnen hebben op mogelijke overtreding van de geldende regels. Van ILT zijde werd ons bevestigd dat de ILT geenszins bezwaar heeft indien de DCMR daarvan melding zou maken in zijn rapportages (en naar de klager), inclusief de reactie van de ILT (die e.e.a. ook opneemt in zijn rapportages. De BTV wil de DCMR dan ook vragen om dit soort zaken (ook al zijn ze niet heel talrijk) op te nemen in de rapportages van de DCMR. Dan worden overigens tegelijk ook helder welke zaken de DCMR niet aan de ILT signaleert. O.i. zou dat bijdragen aan het ‘nut’ dat meldende burgers (en wij) zien in het melden van klachten bij de DCMR.
---------------
Voor de lezer: hier is de link naar het online-klachtenformulier van DCMR