ennlfrdeites

Jaarverslag BTV 2007

Begin 2007 kreeg de BTV antwoord van de inspectie V&W op onze brief waarin de BTV had gevraagd om maatregelen i.v.m. de (dreigende) overschrijding va de KE geluidszone in het gebruiksjaar 2006.

V&W wees op de toen inmiddels gestarte procedure rond de aanpassing van het aanwijzingsbesluit van Rotterdam Airport (RA) en de toen aanvaarde MER. Een eerder door V&W aan RA opgelegde dwangsom is toen met terugwerkende kracht gewijzigd, waarna V&W vervolgens concludeerde dat aan de geconstateerde overschrijdingen geen gevolgen meer zouden worden verbonden.

In maart 2007 kwam in de Rotterdamse gemeenteraad aan de orde een door B&W met Schiphol en RA gesloten overeenkomst inzake de ontwikkeling van RA tot zakenluchthaven. De BTV schreef hierover een uitvoerige reactie naar de Rotterdamse gemeenteraad. Wij vonden de overeenkomst te vrijblijvend. De BTV wees op het feit dat er geen ruimte is voor verdere verkeersontwikkeling op RA, en vroegen de raad om de overeenkomst af te wijzen omdat daarin een verruiming van de geluidscontour was opgenomen.
Enkele politieke partijen (vooral Groen Links, PvdA, SP, ChristenUnie-SGP) namen veel van het BTV commentaar over, eerst in de Raadscommissie economie, later in de plenaire raad. Een motie van Leefbaar Rotterdam die vroeg om een verruiming van de geluidszone werd dan ook verworpen. De wethouder wees op de noodzaak om maatschappelijk en politiek draagvlak voor een evt. contourverruiming: en daarvan is nu geen sprake. De wethouder beloofde te streven naar vermindering van het geluid t.g.v. RA.

April 2007 kwam in de provincie Zuid Holland een coalitie tussen CDA, VVD, PvdA en ChristenUnie-SGP tot stand. Die coalitie beloofde dat RA zich als zakenvliegveld binnen de huidige milieugrenzen moet kunnen profileren.

In mei 2007 stuurde het Rotterdamse college van B&W naar de gemeenteraad een ontwerp reactie op de voorgenomen wijziging van de aanwijzing van RA. Daarin werden de regeringsvluchten die voorheen vanaf vliegveld Valkenburg vlogen, opgeplust bij wat er al op RA vloog. B&W erkende dat het aantal nachtvluchten groter was dan het aantal in de MER genoemd. Op 4 juni schreef de BTV een uitgebreide reactie naar de leden van de gemeenteraad. De BTV vond het positief dat B&W zo kritisch was t.o.v. de MER. Ook onderschreef de BTV de wens van B&W om te komen tot vermindering van de geluidsoverlast. De BTV verzette zich echter tegen het accommoderen van de extra nachtelijke regeringsvluchten. De BTV streeft nog immer naar nachtsluiting en een minimaal gelijk blijvende geluidszone. In de gemeenteraad klonk het signaal van de BTV door in de opstelling van Groen Links, PvdA, SP, ChristenUnie-SGP, en nu ook bij D66. De wethouder stelde dat ook regeringsvluchten zakenvluchten zijn, maar was van mening dat het aantal nachtvluchten eigenlijk terug moest naar de eerder afgesproken 400. Een door Groen Links ingediend amendement dat voor de omwonenden gunstig is, werd aangenomen, waardoor de officiële opstelling van Rotterdam werd dat de nieuwe aanwijzing niet mag leiden tot meer geluidhinder en/of meer nachtvluchten. De BTV is tevreden met dit resultaat.

Inmiddels was RA ook onderdeel van een debat binnen de provincie Zuid Holland. Dank zij de PVDA met steun van de ChristenUnie/SGP en SP werd ook aldaar een motie aangenomen tegen het toekennen van extra ruimte voor nachtvluchten. Het BTV geluid was ook hier goed doorgekomen. CDA, VVD en Leefbaar Zuid Holland stemden tegen.

Met deze opstelling van gemeente Rotterdam (en andere rond RA liggende gemeenten) en provincie Zuid Holland, vroeg de minister van V&W de gedeputeerde van Heijningen te hulp om e.e.a. tot een breed gedragen advies aan V&W te smeden. De verkenning van dhr van Heijningen kwam in september 2007 beschikbaar en werd toen aan de minister van V&W aangeboden. De BTV schreef in oktober 2007 een uitvoerige reactie aan V&W op dit advies. Op de hoofdpunten kon de BTV zich goed vinden in dit advies, omdat het advies het verder terugdringen van hinder in de (randen van) de nacht centraal stelt. Uitvoerig is de BTV daarbij ingegaan op het onderscheid binnen de geluidszone tussen het deel maatschappelijk noodzakelijk en het deel commercieel. De BTV juichte toe dat ook dhr van Heijningen tot de slotsom was gekomen dat RA beter met de omwonenden zou moeten communiceren.