PERSBERICHT
Positief groeiscenario van Rotterdam The Hague Airport onderuitgehaald
Rotterdam The Hague Airport (RTHA) heeft in 2015 een onderzoek laten uitvoeren naar de financiële, economische en maatschappelijke effecten van de door hen gewenste groei van de luchthaven.
De door Ecorys uitgevoerde Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) gaf RTHA voldoende steun om te groeien in de toekomst. Deze MKBA wordt nu echter door twee onafhankelijke deskundigen onderuitgehaald.
Walter Manshanden (expert ruimtelijk-economische ontwikkeling, Neo Observatory) en Leo Bus (transport- en ruimtelijk econoom, Leobus.nl) hebben op verzoek van de Vereniging Be-woners Tegen Vliegtuigoverlast, BTV) een second opinion uitgevoerd op de MKBA van Ecorys. Hun conclusies zijn onthutsend.
ROL VAN DE OVERHEID
De MKBA is door Ecorys destijds uitgevoerd in opdracht van RTHA. Daardoor is het een be-drijfskundig commercieel onderzoek en geen objectieve en zorgvuldige afweging van maat-schappelijke baten en kosten. De onderzoekers concluderen dan ook dat er een aantoonba-re vooringenomenheid in het originele onderzoek aanwezig is, waardoor het MKBA saldo positief is beïnvloed.
Baten te hoog ingeschat
Een belangrijke bevinding van de onderzoekers is de (meervoudige) overschatting van de baten (het reistijdeffect naar, en de processing time op de luchthaven RTHA ten opzichte van alternatieve luchthaven) voor de gebruikers van RTHA.
Met name processing time, het voordeel voor de gebruikers van luchtvaart door een relatief snelle afhandeling op de luchthaven, is veel te positief ingeschat door Ecorys. Narekening van de gevraagde ‘processing time’ aan de hand van opgaves van reisorganisaties en ver-schillende luchthavens leert dat dit voordeel veel beperkter is: geen 95 maar 15 minuten. RTHA biedt namelijk veel vluchten naar bestemmingen in Europa en het Schengengebied; daardoor smelt dit processing time voordeel op RTHA in de praktijk weg.
WONINGWAARDEVERLIES DOOR GELUIDSHINDER LAAG INGEZET, RUIMTELIJKE ORDENING GENEGEERD
Het Ruimtelijke Ordening effect is in de MKBA onvoldoende uitgewerkt, terwijl dat een be-langrijk element is. De aanwezigheid van de luchthaven sluit immers andere, alternatieve ontwikkelingen uit. Grond, natuur, luchtkwaliteit, stilte en open ruimte zijn immers zeer schaars in de regio Rotterdam en uit onderzoek is gebleken dat juist de lokale leefkwaliteit in de regio verbetering behoeft.
Tevens blijkt uit de second opinion dat het woningwaardeverlies bij een verdere groei, voor omwonenden kan oplopen tot 60 procent meer dan Ecorys 2015 inschatte. In de MKBA van Ecorys is dit verlies laag ingezet.
WERKGELEGENHEID / METROPOOLFUNCTIE
Het vliegveld zegt te willen groeien ten behoeve van groei van werkgelegenheid en de ver-betering van de metropoolfunctie van regio Rotterdam. Maar volgens de onderzoekers zijn de uitstralingseffecten te positief ingeschat, zonder onderbouwing hiervoor te geven.
Gezien de beperkte samenstelling van de bedrijvigheid en de niet gebleken regionale uitstralingseffecten in het verleden voor een hoofdzakelijk op toerisme gerichte luchthaven, zonder vracht, is dit niet waarschijnlijk. Vanuit de maatschappelijke behoefte aan werkgelegenheid in de regio Rotterdam is de bijdrage van groei van RTHA (zeer) beperkt.
KLIMAATSCHADE, CO2 EN LUCHTVERONTREINIGING
Ecorys koos in 2015 zonder onderbouwing voor de laagste waarde uit de bandbreedte van CO2 prijzen; 44 euro per ton, in plaats van 78 of 155 euro per ton en onderbouwde dit niet. Tevens hebben zij bij de schade aan luchtkwaliteit geen onzekerheidsmarge laten zien, dat volgens de richtlijn wel wordt aanbevolen.
SAMENGEVAT
Uit de second opinion blijkt dat er over het geheel genomen sprake is van meervoudige overschatting van het positieve saldo, zijn de externe kosten te laag ingezet, zijn de uitkom-sten niet over de bandbreedte van mogelijke uitkomsten getoond, en is er op de externe kosten geen gevoeligheidsanalyse uitgevoerd. Daardoor geeft Ecorys 2015 alleen een zeer positieve uitkomst, terwijl andere, ook negatieve uitkomsten, minstens even plausibel zijn. De overheid krijgt zo een zeer eenzijdig positief beeld van de toekomst van RTHA met zeer beperkte werkgelegenheidsbaten. De MKBA RTHA biedt daardoor onvoldoende basis voor besluitvorming.
De maatschappelijke vraag is of het extra vliegverkeer de extra externe kosten waard is. RTHA zou niet de opdrachtgever van de MKBA moeten zijn geweest, omdat zij als exploitant belanghebbende is maar de overheid in samenspraak met alle betrokken partijen die de positieve en negatieve effecten bepalen en mogelijke uitkomsten laten zien. Alleen zo ontstaat een zorgvuldige maatschappelijke afweging.
Herziening is maatschappelijk gewenst, waarbij er oog is voor meerdere varianten in diverse groeiscenario’s van de economie, in een transparant proces waar alle belanghebbenden aan deelnemen. De Omgevingswet nodigt daar tenslotte toe uit.
Bijlage: rapport analyse door Walter Manshanden (Neo Observatory) en Leo Bus (Leobus.nl)
****EINDE****