"Al die luchtverontreiniging bij elkaar is funest!”
“Er is op populatieniveau alle reden om je zorgen te maken over de uitstoot van gassen en fijnstof als gevolg van de voorgenomen aanleg van de A16-Rotterdam en een mogelijke uitbreiding van Rotterdam The Hague Airport,”
zegt prof. dr. Johan C. de Jongste, kinderarts/pulmonoloog, afdeling Kinderlongziekten en –allergologie van het Sophia Kinderziekenhuis van het Erasmus MC te Rotterdam.
Professor De Jongste (1955) is (mede)auteur van bijna vijfhonderd artikelen in internationale wetenschappelijke boeken en tijdschriften. Hij heeft gedurende zijn inmiddels 37-jarige carrière als kinderlongarts al die tijd gewerkt in het Sophia Kinderziekenhuis. Wat vindt u van de normen voor zwaveldioxide, stikstofoxide, benzeen, tolueen en fijnstof als grenswaarden voor onze luchtkwaliteit? Johan de Jongste: “De normen zijn niet alleen afgestemd op gezondheid, maar ook op economische overwegingen. De grenswaarden die in Europa worden aangehouden voor verschillende typen van vervuiling zitten zo’n beetje aan het einde van het spectrum waar je al met gezondheidsrisico’s te maken hebt.” Voor hem ligt een dikke stapel wetenschappelijke artikelen over de effecten van buitenluchtverontreiniging op luchtwegen. Wat is het resultaat van die onderzoeken? “Dat is heel verschillend. Aan de ene kant is er proefdieronderzoek of kleinschalig onderzoek bij mensen, wat heel diep gaat en reden tot zorg geeft. Aan de andere kant grootschalig maar tegelijkertijd meer oppervlakkig onderzoek, waarbij de kans groter is dat er niets uitkomt.
Jarenlang blootgesteld
Ondanks de grote getallen mist men wellicht essentiële dingen. Het gaat dan om effecten van de omgeving in het algemeen op de gezondheid. Daar valt van alles onder, en daardoor wordt zo’n studie dan moeilijk te interpreteren. Dit soort van onderzoek maakt gebruik van vragenlijsten, en dat heeft natuurlijk zijn beperkingen. We weten wél uit een aantal goede onderzoeken dat áls een ontstekingscel in de long fijnstof opneemt, dit een ontstekingsprikkel geeft, waardoor luchtwegen gevoeliger worden voor bijvoorbeeld luchtweginfecties. Het lastige met fijnstof is dat je het niet kunt ruiken of op een eenvoudige manier meten.”
Stapeling van prikkels De Jongste vervolgt: “Bij kinderen met een luchtwegaandoening is luchtverontreiniging één van de factoren die een bijdrage leveren aan de ziekte. Als een kind vanaf jonge leeftijd jarenlang blootgesteld wordt aan luchtvervuiling is er een grotere kans op een aandoening van de longen en luchtwegen. Als hier een ouder komt met een kind dat veel infecties doormaakt en benauwdheidsklachten heeft, vragen ze me wel eens: ‘Zou het goed zijn voor mijn kind om uit deze regio te verhuizen?’ Dat is natuurlijk een kostbare zaak, dus gebeurt het in de praktijk meestal niet. Er is echter geen onderzoek gedaan waarbij kinderen nauwgezet over een reeks van jaren werden gevolgd om na te gaan of luchtvervuiling, en veranderingen daarin, een grote rol spelen in de gezondheid. Om zeker te weten of een bepaalde omgevingsfactor van doorslaggevende aard is om een bepaald ziektebeeld te veroorzaken, moet je een grote groep kinderen in de tijd volgen. We weten inmiddels wél dat kinderen die bijvoorbeeld langs een snelweg wonen een grotere kans lopen om luchtwegklachten te ontwikkelen. Het is dan wel een klein effect, maar niettemin verontrustend. Ook hier spelen andere zaken mee. Immers, mensen die het kunnen betalen, wonen bij voorkeur niet in een flatje naast de A13.”
Populatiegeneeskunde
Wat heb je aan een grenswaarde? De Jongste: “Het is net zoals met het roken van sigaretten, er is geen veilige grens, en de reactie verschilt per individu. Zo is het ook met de stapeling van stofdeeltjes in de longen. Misschien zit een kind thuis lekker bij de open haard, misschien roken de ouders, wie weet staat er in de buurt nog industrie, ligt er een doorgaande weg voor het huis, en dan is er ook nog een vliegveld. Al die factoren dragen bij. Zo wordt het populatiegeneeskunde: een kleine blootstelling leidt tot een kleine verschuiving van niets naar een beetje klachten, of een kleine gemiddelde vermindering van de longfunctie die nog niet echt merkbaar is, of van een beetje klachten naar goed waarneembare klachten. In totaliteit neemt binnen de groep kinderen het aantal kinderen dat zich met klachten meldt, dan soms wel fors toe. Kijk maar naar de resultaten van het onderzoek naar de effecten van de nieuwe antirookwetgeving: dan zie je bij de kleine kinderen ineens een afname van longklachten van 10-20%. Als arts weet je vaak niet welke druppel de emmer deed overlopen, maar alles bij elkaar draagt bij aan een toename van lichamelijke klachten, en meer patiëntjes met klachten waarbij de longfunctie verlaagd is. Je kunt je voorstellen dat binnen zo’n populatie de in aanleg al zwakkere kinderen door het stapelend effect een grotere toename van klachten laten zien, veel meer dan andere kinderen in dezelfde leeftijdsgroep die wat minder kwetsbaar zijn.”
Wat kun je eraan doen?
“De vaker voorkomende virusinfecties kun je niet erg beïnvloeden, maar in het geval van astma is behandeling met ontstekingsremmers in de regel effectief. Beclomethason in een pufje gaat prima, en is in gebruikelijke doses ook bij chronisch gebruik veilig.” Zag u in de afgelopen 35 jaar een toename van het aantal patiëntjes met longklachten? “Dat is zo, in landen met een westerse levensstijl is in de loop van de tijd een meer dan verdubbeling opgetreden van het aantal kinderen met een allergie en/of longklachten. De laatste tien jaar is die toename gestopt. De oorzaak is onduidelijk, misschien deels door het uitbannen van sterk vervuilende industrieën, zoals kolencentrales. Inmiddels is ongeveer 30% van de bevolking aantoonbaar allergisch, al dan niet met klachten. Die cijfers komen uit grote studies die de laatste decennia zijn uitgevoerd.”
Vliegveld
Mensen die straks in Wilderszijde gaan wonen, zitten letterlijk onder de rook van de A16-Rotterdam en de uitstoot van toenemend vliegverkeer. Wat vindt u daarvan? “Het is onverstandig om drukke snelwegen aan te leggen in een gebied waar al zoveel verontreiniging van de lucht is en waar bovendien heel veel mensen op elkaar wonen. Destijds is het vliegveld Zestienhoven toegestaan voor kleinschalige zakenvluchten. Vooral vanwege de economische belangen voor Den Haag en Rotterdam – het vliegveld heet nu niet voor niets Rotterdam The Hague Airport – maar inmiddels ontwikkelt het zich vooral als een vliegveld voor vakantievluchten, waarmee je voor een habbekrats naar verre oorden kunt vliegen. De uitstoot van fijnstof is een feit, en dat het fijnstof wordt ingeademd ook. Objectief gezien weten we nog maar weinig van de nadelige effecten van fijnstof op korte- en vooral lange termijn, en beleidsmakers laten het daarom liever buiten beschouwing. Gezondheidsorganisaties die aan tafel schuiven, kunnen het beleid nog niet echt ombuigen. Zij kunnen (nog) geen harde cijfers van risico inbrengen. Overigens zou je onder het mom van een klein zakenvliegveld geen ommezwaai moeten maken naar massaal vakantieverkeer. Men creëert bewust een behoefte door het aanbod van absurd goedkope vakantievluchten. Met naar alle waarschijnlijkheid nadelige gevolgen voor de gezondheid van de mensen in de woonomgeving.” Mag je als beleidsmaker met de kennis die er is wel zulke vergaande beslissingen voor de volksgezondheid nemen? “Ik kan me voorstellen dat men een zekere marge neemt, omdat het economisch zo belangrijk is en die soms nauwelijks meetbare gezondheidseffecten, die neemt men op de koop toe. Voor mij is dat juist een reden dat je het níet moet doen in het dichtstbevolkte deel van het land. Daar ga je niet alles concentreren, dat is de minst voor de hand liggende plek. Alles heeft met perceptie te maken. Men rekent sirenes van hulpdiensten in de regel niet tot geluidshinder. Het staat wel vast dat de meerderheid van de bevolking geen problemen heeft met de geluidsoverlast van een overvliegende ambulancehelikopter, maar wel bezwaar hebben wanneer er in plaats van die helikopter tientallen vliegtuigen overvliegen die behalve de geluidsoverlast ook fijnstof uitstoten over het woongebied.” Lansingerland is na Urk de jongste gemeente van Nederland. Daar zijn we trots op, maar welke verplichting geeft dat naar die jonge kinderen? “Dat betekent dat men maar beter ruimschoots onder de huidige Europese normen voor luchtverontreiniging moet proberen te komen. Op termijn zal die jonge populatie meer klachten kunnen gaan ontwikkelen. Je moet daarom als woonomgeving niet tevreden zijn met het hanteren van de huidige normen, die zijn dan te hoog. Dat het niet onomstotelijk bewezen is, wil nog niet zeggen dat je er als lokale overheid geen rekening mee hoeft te houden; hier past het voorzorgprincipe. De effecten van fijnstof in uitlaatgassen komen nog bovenop andere bronnen als veeteelt, open haarden en het roken van sigaretten. De mensen worden er chronisch mee in contact gebracht en zonder dat je er veel van merkt, bestaat de kans dat het afweersysteem voortdurend wordt geprikkeld.”
Recht op schone lucht?
Milieudefensie eist schone lucht. Wat mogen we verwachten van het Longfonds, van de GGD of het RIVM? “Deze organisaties onderkennen het enorme belang van schone lucht, het is momenteel zo ongeveer het belangrijkste speerpunt in hun beleid waarin ze veel investeren, en dat is niet voor niks. Ze hebben ervoor gezorgd dat er in het nieuwe regeerakkoord een ‘Nationaal Actieplan Luchtkwaliteit’ is gekomen. Maar landelijk gezien hebben we het hier over een lokaal probleem. Bedenk echter wel dat, als de A16-Rotterdam er ligt en RTHA het aantal vliegbewegingen fors heeft uitgebreid, je met cijfers van een meetnet waarschijnlijk al te laat bent om zulke ontwikkelingen nog te kunnen terugdraaien. Ik zou nu al metingen doen en laten zien dat er geen ruimte meer is voor extra luchtverontreiniging,” aldus professor Johan de Jongste.
Bron: De Heraut, Lansingerland, 31-01-2018