Moet je liegen bij de verkoop van je huis naast RTHA?
Het verhaal van een omwonende. Een waarschuwing voor huizenkopers Wilderszijde Lansingerland!
Foto: iStock.com/Jatuporn Tansirimas
Rode loper
Ooit was het echt leuk om een huis te kopen, kan ik me nog herinneren. Samen keek je op Funda en na het instellen van je zoekgebied en prijsklasse verschenen grote hoeveelheden woningen op je scherm. Heerlijk om avonden lang bij vreemden naar binnen te kijken en je eigen meubels en leven daar voor te stellen. Voor starters konden we tamelijk hoge eisen stellen. Om het minste of geringste vielen woningen af. Ik meen zelfs dat een woning afviel omdat de buren een Opel voor de deur hadden staan. Toch vonden we met weinig moeite een woning die voldeed, de verkopend makelaar rolde de rode loper voor ons uit, wij speelden hard-to-get en boden een beetje onder de vraagprijs. Kat in ‘t bakkie.
Soepeltjes kochten we het huis en hebben er jarenlang heerlijk gewoond, totdat het een beetje te klein begon te worden. We wilden graag dat onze kinderen beiden een eigen kamer zouden krijgen en we werkten steeds vaker vanuit huis. We begonnen weer op Funda te kijken, zoals we gewend waren.
Twee jaar lang zochten we tevergeefs. Wat was er veel veranderd! Het aanbod was karig en we ontdekten al snel een patroon. Als we eindelijk een leuke (en haalbare) woning zagen en er achteraan belden, bleek “het object” eigenlijk al verkocht op het moment dat deze op internet verscheen. Of, “Ja meneer, u kan nog wel bieden maar als het onder voorbehoud i,s maakt u geen kans”. De makelaar zoals wij deze kenden was getransformeerd in een soort gids en de rode loper was ver te zoeken, “We wachten nog even op twee stelletjes en dan gaan we lopen”, zei de makelaar. Trots vertelde hij tijdens de tour dat er in twee dagen wel vijftig geïnteresseerden zouden komen.
Winnaars
Filmpje: Vliegtuig boven Wilderszijde (geluid aanzetten)
Noodgedwongen moesten we het zoekgebied uitbreiden, steeds een paar kilometer erbij. Totdat we woningen in “het Groene Hart” voorgeschoteld kregen. Uiteindelijk vonden we daar iets zeer interessants, alles klopte gewoon. We wisten eigenlijk weinig van de omgeving maar het was er rustig en ruim. Voorzieningen waren iets verder gelegen, wat mogelijk verklaarde waarom het huis al een week te koop stond. Tijdens de bezichtiging was het liefde op het eerste gezicht, maar we werden wel gewezen op mogelijke overlast van vliegtuigen. Die zagen we ook wel maar ze waren vrij ver weg, binnen hoorden we ze niet eens. In ons huidige huis waren de vliegtuigen soms een stuk duidelijker aanwezig en daar hadden we ons nooit echt aan gestoord, zo erg zal het hier toch niet zijn? Er was niet veel tijd, inmiddels waren vier anderen ook geïnteresseerd in de woning en aan het eind van de week mocht iedereen één bod uitbrengen, dat deden we en voor de verandering waren wij eens de “winnaars”.
Spijt
Nu hebben we dat fantastische huis, maar wat hebben we spijt, we willen weg. We zijn ongelukkig, moe en machteloos. We kunnen vaak niet slapen, concentreren is lastig en in de tuin werken of zitten doen we met oordopjes. Er zijn mooie dagen waarop de vliegtuigen inderdaad ver weg zijn maar die zijn schaars. De meeste dagen worden we gek van de vliegtuigen, links en rechts scheren ze elke paar minuten langs. Er wordt ons geen moment rust gegund. Met hermetisch gesloten ramen en deuren wachten we tot de luchtvaartmaatschappijen bepalen wanneer we kunnen gaan slapen en wanneer we wakker moeten worden, ook in het weekend.
Je bent er zelf gaan wonen
Ik hoor het u denken. Tussen de bezichtiging en ons bod hadden we enkele dagen de tijd om na te denken over dit huis. In die periode zit je in een stroomversnelling van zaken waar je over na moet denken en afwegingen die je moet maken. We hebben in de straat geluisterd en we zochten op internet. We vonden een kaart van Nederland die de plaatselijke luchtkwaliteit toonde, die had dezelfde gele kleur als in onze oude woonplaats, niet heel goed maar we gingen er ook niet op achteruit. Ook zochten we of onze nieuwe woonplaats in verband werd gebracht met overlast. We vonden niets specifieks. Als ik er achteraf aan terugdenk werd onze twijfel elke dag een beetje meer vertroebeld door de wanhoop van een tot nu toe vruchteloze zoektocht naar een huis. Woningzoekenden kunnen zich er wellicht iets bij voorstellen. We bleven onszelf maar afvragen, “Hoe erg kan het nu echt zijn?” Hoewel we begonnen met zoeken naar bewijs van de genoemde overlast veranderde dat onbewust in een zoektocht naar bewijs waaruit zou blijken dat het juist wel meeviel. We kwamen terecht op officiële websites die minder hinder beloofden: “Stillere en schonere vliegtuigen (vlootvernieuwing)”. Langzaam en ongewild liepen we in een fuik met zeer optimistische informatie van onze eigen overheid en de luchtvaartsector. We hielden elkaar voor dat als er al sprake was van overlast, het alleen nog maar beter kon gaan worden. We stonden er niet bij stil dat vliegvelden doorlopend willen groeien en daar nauwelijks in belemmerd worden, winst van hinderreductie wordt ingezet om meer vliegbewegingen te verdienen. Inmiddels weten we wel beter en nemen we berichtgeving uit de sector met een flinke korrel zout. In alle jaren is de hinder immers nog niet verminderd en zijn vliegtuigen niet merkbaar stiller geworden. We worden nog dagelijks gewekt en daarna iedere anderhalve minuut lastiggevallen.
Concessies
De gemiddelde huizenkoper moet concessies doen, nu meer dan ooit. Maar hoe kan je vooraf weten of je geen spijt krijgt van de concessies die je doet? Iets wat nu een weloverwogen beslissing lijkt, kan na de koop een enorme vergissing blijken. Als ik terug in de tijd kon en mezelf kon waarschuwen dat de leefomgeving hier zo verziekt wordt, dan had ik mezelf niet eens geloofd. We leven toch zeker in een beschaafd land met regels? Hier worden toch geen dorpen opgeofferd om het elders leefbaar te houden? Niets is minder waar, weet ik nu. We wonen in een opgeofferd dorp onder een vliegroute, die routes zijn niet geheim, we wisten alleen niet dat ze bestonden. Zo’n route kan zo nauwkeurig worden gevlogen, dat het eronder een ware hel is. Een paar kilometer verderop is men zich van geen kwaad bewust. We wilden hier oud worden en de kinderen een veilige plek bieden maar zoals het nu gaat zullen we juist jong sterven. Uitgeput, geplaagd of niet geheel ondenkbaar, aan een ernstige ziekte. Wanneer het financieel haalbaar is, zouden we het liefst verhuizen, maar waarheen? Zo’n fout kunnen we ons niet nog eens permitteren. In tegenstelling tot snelwegen of spoorlijnen kan men een vliegroute stilletjes plannen en plotseling boven je huis plaatsen. De “vierde aanvliegroute” die boven Gelderland en Utrecht moet komen is een goed voorbeeld, maar ook de vliegroutes voor Lelystad Airport gaan heel wat satellietgestuurde herriegoten opleveren. Ondertussen zoeken gemeenten naar manieren om toch woningen te kunnen bouwen rondom vliegvelden. Dikkere ramen en verboden-te-klagen clausules lossen het probleem op papier op. “We moeten toch een huis hebben”, hoor ik de potentiële kopers van deze herriebunkers denken. Wie beschermt hen? Ik zou ze willen waarschuwen, begin er niet aan!
Tussen je oren
Door de situatie waarin wij wonen ben ik gaan praten met voor- en tegenstanders van de luchthaven. Soms hoor ik “het zit tussen je oren” of “als je er minder op let heb je er geen last van”. Voordat we hier kwamen wonen had ik dat zelf ook kunnen zeggen. Als huizenkoper heb je eigen verantwoordelijkheid. Maar wat als je onder druk staat? Als je bang bent nooit een woning te vinden en je droomwoning opeens binnen handbereik ligt? Hoe weloverwogen zijn je keuzes dan nog? En kan je eigenlijk vooraf wel weten waar je aan begint en hoeveel impact het op je gaat hebben?
Wij zouden graag een beter afgewogen beslissing hebben genomen. Moet de gemeente haar inwoners niet beschermen of in ieder geval informeren? Wellicht een waarschuwingslabel op de brochure, “Pas op! Hier wonen is slecht voor uw longen!” Of een flyer met enkele waarschuwingen zou welkom zijn geweest. Bijvoorbeeld dat ultrafijnstofdeeltjes van vliegtuigen nog kleiner zijn dan die van gewoon wegverkeer en nog dieper in je hersenen en longen doordringen. Of dat meer dan honderd studies hebben aangetoond dat hard geluid tijdens de slaap zorgt voor hart- en vaatziekten, ook bij mensen die niet wakker worden en door het geluid heen slapen.
Als men hier een uurtje komt luisteren, is men niet altijd onder de indruk. De één zegt “hier zou ik nooit kunnen wonen”, maar een ander zegt “zo erg is het toch niet?” Tot die laatste categorie behoorden wij ook. Een paar vliegtuigen veroorzaken geen overlast. Overlast ontstaat pas als je dagenlang ondergedompeld wordt in de herrie, als het geluid elke dag opnieuw je huis en gedachten binnendringt tot je je er niet meer van kan afsluiten en je beseft dat er nooit meer een einde aan komt. En nog even over die stillere vliegtuigen. Zelden denken wij “waren ze maar een fractie stiller”, wij denken vooral “waren het er maar minder”.
Dat het inmiddels tussen mijn oren is gaan zitten geef ik direct toe. Ik lees zoveel als ik kan, van krantenartikelen tot wetenschappelijke studies, ik wil weten wat men schrijft over luchtvaart en welke kant de publieke opinie op gaat. Wat is het stemgedrag, welke stappen worden genomen om hinder tegen te gaan en wanneer? De ontwikkeling op dit vlak is razend interessant en de publieke opinie gaat met sprongen de goede kant op, maar realistisch gezien gaat het te traag om als eenvoudige burger dagelijks mee bezig te zijn, zeker als je zelf onder het onafgebroken gebulder, gefluit en gejank van de straalmotoren woont.
Vorig jaar kondigde de minister krimp van Schiphol aan en de luchthaven bracht dit jaar zelf naar buiten te willen stoppen met nachtvluchten. Familie en bekenden feliciteerden ons hiermee maar we juichen niet. Vergeleken met de vliegbewegingen van vóór de pandemie is de aangekondigde krimp inderdaad een reductie, maar vergeleken met het aantal vluchten van vorig jaar gaat de luchthaven bij krimp zelfs weer een beetje groeien. Inmiddels viel het kabinet en spanden luchtvaartmaatschappijen rechtszaken aan tegen krimp. Omwonenden wordt niets gevraagd, machteloos moeten wij toekijken hoe verbeteringen stelselmatig worden vertraagd en hoe over onze toekomst wordt bepaald. Onze emoties gaan als een jojo op en neer, de minister en luchtvaartlobby hebben de touwtjes in handen, voor hen is het een spelletje. Dat gaat inderdaad tussen je oren zitten.
Dan verhuis je toch gewoon?
Ik voel me dagelijks depressief en boos. De herrie zorgt ervoor dat ik wakker word, maar de boosheid zorgt dat ik vervolgens niet meer in slaap kan vallen. Tijdens het piekeren besef ik dat ik me schuldig voel. Ik heb mijn kinderen in een zeer ongezonde omgeving geplaatst. Hun longen zijn nog volop in ontwikkeling, midden in ongezond hoge concentraties met kankerverwekkende stoffen. Binnenkort krijgen ze huiswerk, hoe kunnen ze geconcentreerd leren? We tellen vaak maar 90 tot zelfs 60 seconden tussen twee vliegtuigen en dat 17 uur per dag! Wat als we uiteindelijk genoeg hebben gespaard om hier weg te kunnen en ons huis te koop moet worden gezet? Wat vertel ik dan aan de kopers? “Begin er niet aan, alleen een dwaas gaat hier wonen!” Dan krijgen we nooit het bedrag wat we oorspronkelijk hebben betaald en gaan we met verlies weg. Moeten we het huis snel te koop zetten als de landingsbaan in onderhoud is? Waarschuwen we de kopers tussen neus en lippen of laten we ze het zelf uitzoeken? Misschien zijn ze net als wij geen luchtvaartexperts en iets te goed van vertrouwen.
Liegen tegen kopers?
Het is een dilemma, ben ik eerlijk of haal ik het onderste uit de kan? Ik weet niet of ik zo’n groot gebrek wil verhullen. Ik zie het al voor me, eenmaal bij de notaris is er geen weg meer terug. Dan moet ik mooi weer spelen en snel de handtekening zetten, ook als het net zo’n lief gezinnetje is als wij. Ach, als het ze niet bevalt verhuizen ze toch gewoon?
Geplaatst: 5 september 2023
Naam en adres van inzender bekend bij de BTV.