Impact van Rotterdam The Hague Airport op Natura 2000-gebieden en voorgestelde maatregelen

De Rechtbank in Arnhem heeft op 16 april jl.  in een procedure aangespannen door de BTV en MOB (eisers) tegen de minister voor Natuur en Stikstof en Rotterdam The Hague Airport (gedaagden) geoordeeld dat de maatregelen van de overheid ter bescherming van de Natura 2000-gebieden rondom het vliegveld onvoldoende zijn.

Het vonnis is hieronder kort toegelicht. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend.

Aantasting omliggende Natura 2000-gebieden

Partijen zijn het erover eens dat een verslechtering of significante verstoring van natuurwaarden in de omliggende Natura 2000-gebieden dreigt en dat het vliegveld door de stikstofdepositie op deze Natura 2000-gebieden effecten heeft op de natuurwaarden. Dit betekent, aldus de rechtbank, dat passende maatregelen nodig zijn om verdere aantasting van de natuurwaarden in deze gebieden te voorkomen.

Standpunten partijen

De minister beriep zich op de (innovatieve) maatregelen die het Rijk en de verschillende provincies treffen met het oog op het versneld beëindigen van de emissies van piekbelasters in de agrarische sector en de industrie.

Volgens de eisers heeft de minister niet inzichtelijk gemaakt met welke andere maatregelen dan krimp van het aantal vluchten de noodzakelijke daling van stikstofdepositie binnen een afzienbare termijn wordt bereikt. De kritiek heeft betrekking op:

  • Onduidelijkheden over effectieve maatregelen en uitvoeringsproblemen.
  • Vertragingen en twijfels over stalmaatregelen en emissiereductie.

Beslissing rechtbank

De rechtbank stelt de eisers in het gelijk. De minister heeft met de verwijzing naar (i) het landelijke maatregelenpakket ten behoeve van de Wet stikstofreductie en natuurverbetering en (ii) de voortgangsrapportage niet inzichtelijk gemaakt dat de uitvoering van dit pakket positieve effecten heeft voor de Natura 2000-gebieden rondom RTHA.

Dit betekent dat de minister het verzoek van eisers om over te gaan tot gedeeltelijke intrekking dan wel wijziging van de natuurvergunning, opnieuw zal moeten beoordelen.

Voorgestelde maatregelen

Ten aanzien van de landelijke beëindigingsregelingen veehouderijlocaties en de gerichte aankoop van piekbelasters rond Natura 2000-gebieden overweegt de rechtbank dat onduidelijk is wat de positieve effecten van deze maatregelen zullen zijn voor de Natura 2000-gebieden rondom RTHA. Uit de stukken blijkt namelijk niet of rondom deze Natura 2000-gebieden veehouderijen worden beëindigd en piekbelasters zullen worden opgekocht.

Ten aan zien van emissiearme stalsystemen in de melkveehouderij en voor pluimvee en varkens zijn in eerdere uitspraken al twijfels geuit over de daadwerkelijke emissiereductie. Daarbij komt dat het positieve effect voor de natuur van stalmaatregelen vaak grotendeels teniet wordt gedaan doordat meer dieren worden gehouden om de dure stalmaatregelen te bekostigen. Daarnaast blijft in deze procedure onduidelijk wat de positieve effecten van deze stalmaatregelen zullen zijn voor de Natura 2000-gebieden rondom RTHA.

Uit de voortgangsrapportage blijkt bovendien dat de uitvoering van de maatregelen is vertraagd.

Daar komt bij dat een deel van de kritische depositiewaarden naar beneden is bijgesteld, nadat deze rapportage is uitgebracht. Dit betekent dat mogelijk nog meer maatregelen nodig zijn om de stikstofdoelen te halen.

Borging daling van stikstofdepositie

Het is onzeker of de minister kan aantonen dat met de genoemde maatregelen de noodzakelijke daling van stikstofdepositie op de Natura 2000-gebieden rondom RTHA binnen een afzienbare termijn kan worden gerealiseerd. Als dat niet lukt, zal de minister krimp van het vliegverkeer als maatregel in overweging moeten nemen.

De beroepstermijn loopt tot en met 29 mei 2024.

Gerelateerd: