Burgers besteedden al 36.000 euro aan participatie RTHA
Hoewel de leden van de Rotterdamse vereniging BTV omgerekend al 36.000 euro aan uren besteedden aan het participatietraject, kan er in het overleg over Rotterdam Airport nauwelijks worden gesproken over echte oplossingen voor de overlast en vervuiling.
Dit betoogde voorzitter Alfred Blokhuizen gisteren voor de Rotterdamse gemeenteraad (vanaf 2:33:30). Hij hekelt de wijze van overleg waarbij een kleine delegatie vrijwilligers de burgers vertegenwoordigen in een grote groep zwaarbetaalde professionals van organisaties als de Schiphol Groep, Transavia, de luchtverkeersleiding en VNO-NCW.
“We hebben te maken met een enorme overmacht aan vertegenwoordigers uit de luchtvaartsector. Allemaal goed betaald en functionerend in de tijd van de baas, waarvan ze ook alle nodige ondersteuning krijgen.”
Niets voor de burgers
De bewonersvertegenwoordigers krijgen niets. Geen vergoeding voor de gemaakte uren en geen ondersteuning voor het laten uitvoeren van onderzoek om tot een afgewogen beeld te komen. “Als we onze uren op een rijtje zetten, moeten we inmiddels 36.000 euro in rekening brengen.”
“We hebben te maken met een enorme overmacht aan vertegenwoordigers uit de luchtvaartsector. Allemaal goed betaald en functionerend in de tijd van de baas, waarvan ze ook alle nodige ondersteuning krijgen.”
De resultaten van al dat overleg zijn bedroevend. In het participatietraject wordt over van alles gediscussieerd, behalve over het daadwerkelijk terugbrengen van de herrie en vervuiling.
Blokhuizen toont de gemeenteraad een stapel papieren ter dikte van vier ouderwetse telefoonboeken. “In deze stapel gaat het over elektrisch vliegen, synthetische kerosine, drones en minder lawaaiige propellors. Maar als wij het willen hebben over krimp – een probaat middel tegen de overlast – dan valt dat ‘buiten de scope’ van het overleg.”
Voorzitter Blokhuizen op 30 juni in de Rotterdamse gemeenteraad (foto: Margreet Hovenkamp)
Vervelende sta-in-de-weg
“De luchtvaartsector eigent zich de lucht toe die van ons allemaal is. Men vervuilt de lucht, stopt ‘m vol met lawaai, maar vraagt niet netjes aan de omwonenden wat zij daarvan vinden. Als je daar vervolgens wat van vindt, dan word je weggezet als vervelende sta-in-de-weg voor het verdienmodel van de luchtvaart.”
“Dat verdienmodel gaat wel ten koste van de gezondheid en leefkwaliteit van úw burgers”, zo houdt Blokhuizen de Rotterdamse raad voor. “Uw burgers zouden moeten worden beschermd tegen zo’n verdienmodel, de gemeente is nota bene aandeelhouder. Maar helaas, dat zit weer niet in de ‘scope’ van het participatietraject.”
Op zijn betoog kreeg Blokhuizen een aantal vragen van raadsleden. Opmerkelijk was de vraag van raadslid Bart van Drunen van Leefbaar Rotterdam. “Waarom bent u naast een luchthaven gaan wonen als u daar liever een park had gezien?” Blokhuizen: “Ik woon op 26 kilometer afstand van het vliegveld.”