Vereniging BTV tekent bezwaar aan tegen afgewezen handhavingsverzoek bij de Minister
Ruim anderhalf jaar geleden diende de BTV een handhavingsverzoek in bij de Minister voor Natuur en Stikstof, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland wegens het ontbreken van een Natuurvergunning op de luchthaven Rotterdam The Hague Airport (RTHA).
Wat is er aan de hand?
De minister erkent dat sprake is van een overtreding van de Wet Natuurbescherming (Wnb), maar zij wees het handhavingsverzoek af omdat er volgens haar concreet zicht zou zijn op legalisatie én omdat handhavend optreden onevenredig zou zijn. Hierop heeft de BTV gereageerd en volgde de mededeling dat de minister aan Rotterdam-The Hague Airport het verzoek zou sturen nieuwe stikstofberekeningen aan te leveren, op basis van een realistische vlootsamenstelling.
De BTV is het niet mee eens met deze gang van zaken. Enerzijds omdat er een onnavolgbaar standpunt wordt aangedragen en anderzijds dat de berekeningen van de stikstofuitstoot door de vervuiler zelf moet worden aangeleverd.
Toelichting
Wat betref de onnavolgbaarheid: de minister voor Natuur en Stikstof stelt dat een natuurvergunning snel zou worden verstrekt maar door de nieuwe berekeningen op te vragen van een realistische vlootsamenstelling geeft ze aan dat alles terug is bij ‘af’. De vergunning wordt dus niet op korte termijn verstrekt.
Het ontwerpbesluit van de minister dateert van februari 2021 en sindsdien is er niets structureel ondernomen.
Het ‘onevenredige besluit’ (dus als zij zou handhaven) is geen conclusie van de minister, maar een verweer van de luchthaven. Deze is vervolgens zonder onderbouwing door de minister overgenomen. Hier maakt de BTV bezwaar tegen.
Wat nu?
Uiteindelijk moet de minister dat bepalen. De luchthaven heeft geen vergunning en dient naar mening van de BTV handelen moet de minister hiertegen optreden als bij elk ander bedrijf dat zonder vergunning operationeel is.
Lees hier het verzoek aan de minister
Gepubliceerd: 21 april 2023
Gerelateerd: Rotterdamse luchthaven overtreedt Wet natuurbescherming